Samuël de Zeehof
In 1724 liet Samuel de Zee zijn testament opmaken en vastleggen dat zijn geld besteed moest worden aan de bouw van een hofje. Uit zijn vier huwelijken had hij geen nakomelingen overgehouden. Zijn kapitaal zou dus naar neven en nichten gaan maar de verstandhouding met die familie was niet al te hartelijk. Vandaar dan ook het opschrift boven de toegangspoort: ‘k kan met myn poort Uw mond niet sluyten. Ook voor aan de straat liet hij dit nog eens ondubbelzinnig blijken: ‘voor goede, doch niet rijke, neeven ende nigten’.
In zijn testament had hij precies vast laten leggen welke huisjes voor wie van zijn familieleden waren bedoeld. Daarnaast had hij bepaald dat er in de twee grootste huisjes van het hof elke zondag een bijeenkomst moest plaats vinden van de Gereformeerde Religie. Wie zonder dringende reden de bijeenkomst verzuimde moest een boete betalen. Overigens werd dit geld opgespaard voor een maaltijd, dus hoe meer verzuim des te groter het feest.
Nog tijdens zijn leven kocht Samuel een kaatsbaan met wat huisjes en begon ze te verbouwen. In 1743 werden er nog elf huisjes en een regentenkamer aan toegevoegd, zodat de plattegrond nogal ingewikkeld is geworden.
De ontploffing van het kruitschip aan de nabijgelegen Steenschuur in 1807 vaagde een hele stadswijk weg en kostte 151 doden. Het hofje werd beschadigd, maar al snel ook weer hersteld.
In 1982 en 1983 vond er een grondige renovatie plaats onder leiding van architect Taco Mulder.
Samuel de Zeehof
Doezastraat 16, Leiden
Foto: Niek Bavelaar