De Bruntenhof
De Bruntskameren aan de Bruntenhof en Bruntensteeg werden in 1621 door mr. Frederik Brunt gesticht op het erf van zijn huis Klein Lepelenburg. Hij bouwde op het erf van dit huis, het huidige Bruntenhof 5, 15 huisjes, waarvan er vier aan de Bruntensteeg lagen en 11 (Bruntenhof 6 t/m 16) langs de stadswal.
In de fundatiebrieven liet Frederik Brunt uitvoerige bepalingen opnemen over het beheer en de fundatie. Daarin werd ook vastgelegd dat naast het vrij wonen, de bewoners ook levensmiddelen en brandstof zouden ontvangen.
Nergens werd door de roomskatholieke Brunt vastgelegd dat de kameren alleen voor rooms-katholieke armen bestemd waren, maar zijn erfgenamen en opvolger-beheerders hebben aangenomen dat dit wel zijn bedoeling was. Tot nu toe zijn de beheerders ook altijd rooms-katholieken geweest.
Het hoofdgebouw bestemde Brunt als speelhuis en hof voor zijn erfgenamen. Het kreeg in die tijd ook de opvallend rijk gebeeldhouwde poort geflankeerd door Toscaanse zuilen, Twee engeltjes dragen een doodshoofd en een zandloper, symbolen van de vergankelijkheid. De woonkamer van de benedenwoning moet nog steeds eenmaal per kwartaal beschikbaar gesteld worden voor het op grond van een uit 1742 daterend testament van Hillegonda Schoormond uitdelen van preuven in de vorm van geld aan behoeftige Rooms-Katholieke bejaarden.
De fundatie Bruntscameren bestaat nog altijd. In 1976 is het eigendom van het complex evenwel overgedragen aan de Stichting Het Utrechts Monumentenfonds, dat het tussen 1979 en 1983 restaureerde. De meeste huisjes werden daarbij uitgebreid door het aanbouwen van keukens. De vier pandjes aan de Bruntensteeg zijn inmiddels samengevoegd tot 2 woningen (Bruntensteeg 2 en 3). In 1998 is het interieur van het bovenhuis van Bruntenhof 5 gerenoveerd.
De tuin werd tot 1960 verhuurd aan een bloemisterij. Daardoor kreeg het gebouwtje achter de huisjes 6 en 7 de naam "hovenierswoning". In 1976 werd de inmiddels tot een wildernis verworden hof - op kosten van de gemeente Utrecht - heraangelegd. In 1979 werd een beeldje ter herinnering aan de Utrechtse schrijver C.C.S. Crone in de tuin geplaatst. Het beeldje stelt “de man met de trompet” voor, uit één van Crone's verhalen en is vervaardigd door Hans Bayens.
Ter gelegenheid van het 40-jarige bestaan van het Utrechts Monumentenfonds in 1983 werd het theehuisje door aannemers geschonken. De tuin wordt door enkele vrijwilligers en bewoners en bewoonsters van het hof onderhouden.
Merendeel van deze tekst is overgenomen uit 'Hofjes in Utrecht' van W. Thoornes. Verdere literatuur kunt u vinden in “Utrecht, de huizen binnen de singels” van M.J. Dolfin, E.M. Kylslra en J. Penders.
​
Het hofje wordt beheerd door het Utrechts Monumentenfonds