Begijnhof
Stichting
De stichtingsdatum van het Begijnhof te Amsterdam staat niet vast. De eerste vermelding dateert uit 1307. In de Baljuw-rekeningen van Amstelland wordt melding gemaakt van Begijnen. Even later, in 1346, wordt gesproken van een ‘Beghynhuys’ dat op 31 juli 1346 op Sint Petrus avond door Coppe van der Lane aan de Begijnen werd afgestaan.
Op 7 augustus 1393 bekrachtigt Albrecht van Beyeren de statuten van het Hof. Hierin staat een aantal regels waar zij zich aan dienen te houden. Hij bepaalt ook dat men pas als Begijn kan worden ontvangen als men minstens 18 maanden op het Hof woont.
Groei
Tot het jaar 1417 strekte het Begijnhof zich niet verder zuidwaarts uit dan tot de tegenwoordige Begijnensteeg. Tot aan het Spui was alles moeras. In 1417 werd het Hof uitgebreid met een strook langs het Spui en werden er vele huisjes bijgebouwd.
In 1511 werd het Begijnhof vergroot met een strook langs de tegenwoordige Nieuwezijds Voorburgwal, die in die dagen nog niet gedempt en veel breder was, zodat zij de huizen tot aan het water konden uitbouwen. Na de grote stadsbranden in 1421 en 1452 werden veel huizen van het Hof in steen opgetrokken.
Kerk der Begijnen
Reeds in 1397 beschikten de Begijnen over een kleine, aan Maria gewijde kapel. Tijdens de stadsbranden op 23 april 1421 en op 25 mei 1452 liep de kerk veel schade op. Na het herstel werd de kapel gewijd aan Maria, St. Ursula en Joannes. De Begijnen werden in de kerk begraven, iets wat in die tijd heel gebruikelijk was. Maar er is één bekende uitzondering: meesteres Cornelia Arens. Na haar dood op 14 oktober 1654 werd ze eerst in de kerk begraven en pas op 2 mei 1655 herbegraven tegen de buitenzijde der kerkmuur. Haar stenen grafzerk wordt nog steeds op 2 mei versierd met een kruis van vergeet-mij-nietjes.
Alteratie
Tot 1578 was Amsterdam een overwegend rooms-katholieke stad. De verering van het Sacrament van het Mirakel bracht jaarlijks een levendige jaarmarkt met zich mee, waarbij duizenden pelgrims naar de stad kwamen en voor een bloeiende economie zorgden.
In een onbloedige revolutie namen de protestanten de macht in Amsterdam van de katholieken over en werden de katholieke magistraten afgezet. Bovendien werd het de katholieken verboden om openlijk hun geloof te belijden, hetgeen zoveel betekende dat alle eigendommen van de katholieke kerken en kloosters door de overheid in beslag werden genomen. Ook de Begijnen moesten hun kerk op hun Hof afstaan. Deze kerk werd in 1607 door de Amsterdamse overheid aan de Engelsen gegeven en heet sindsdien de ‘Engelse Kerk’. Maar de katholieken richtten ‘huiskerken’ op om toch hun geloof te kunnen belijden. De naam ‘schuilkerken’ ontstond pas in de 19e eeuw.
Kapel
De eerste initiatieven voor de bouw van de huidige Begijnhofkapel werden al in 1665 genomen door samenvoeging van twee huizen, daartoe aangekocht op initiatief van pastoor van der Mye (1665-1700). Het stadsbestuur keurde de plannen voor de bouw goed op voorwaarde dat van buitenaf niet te zien was dat er een kerk stond.
Het gebouw is ontworpen door de Amsterdamse katholieke bouwmeester Philips Vingboons (1607-1678). Deze kapel op het Begijnhof werd opgedragen aan Joannes de Evangelist en St. Ursula. In haar huidige vorm heeft de kapel een tweedelige galerij, die op zes houten kolommen rust. De voorgevel met spitsboog-vensters en glas-in-lood ramen dateert pas uit de 19e eeuw.
Ten tijde van de opening van de huidige kapel in 1682 woonden er 150 Begijnen en 12 weduwen en alleenstaande vrouwen op het Hof.
Verbouwing
In de eeuwen erna vonden vele bouwkundige ingrepen plaats op het Hof.
In de 17e en 18e eeuw werden gevels van huizen vervangen, maar achttien huizen hebben nog een gotisch houtskelet.
Ook werden huizen afgebroken en opnieuw gebouwd, zoals het poortgebouw naar het Spui (1907) en de pastorie (1915).
In 1914 heeft het straatje in het Begijnhof officieel de straatnaam Begijnhof gekregen.
Bij de restauratie van het Begijnhof (1984-1987) werd het Hof gerenoveerd en werden woningen vergroot. Ook de bewoonsters veranderden. Op 23 mei 1971 overleed de laatste Begijn, zuster Antonia in de leeftijd van 84 jaar. Dus sindsdien is het Hof geen ‘Begijnhof’ meer in de letterlijke zin van het woord.
Begijnhof
Nieuwezijds Voorburgwal 373
1012 RM Amsterdam
Tel. 020-6233565
Bezoek: vrij toegankelijk tussen 08.00 en 17.00 uur
Tekst ontleend aan “Van de Begijnenlande tot Begijnhof”, geschreven door G. van Dijk, in 2004.